Wettelijke normen
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is door de Wet fido voorgeschreven en geeft aan wat de maximale kortlopende schuld (minder dan één jaar) van de provincie mag zijn om renterisico’s te voorkomen.
Als grondslag van de wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet wordt de omvang van de begroting van het lopende jaar per 1 januari voor het gehele begrotingsjaar aangehouden. De omvang van de kasgeldlimiet bedraagt voor provincies 7% van de jaarbegroting.. Tenslotte wordt het bedrag getoetst aan de werkelijke omvang van de kasgeldlimiet. Indien de werkelijke omvang lager is dan de wettelijk toegestane omvang, is er sprake van ruimte; indien de werkelijke omvang hoger is, dan is er sprake van overschrijding. Op basis van de gegevens in deze begroting voldoet de provincie aan de kasgeldlimietnorm voor 2025.
Toets kasgeldlimiet 2025
Kasgeldlimiet | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
---|---|---|---|---|
Gemiddelde netto-vlottende schuld | 0 | 0 | 0 | 0 |
Gemiddeld overschot vlottende middelen | 159.950 | 156.984 | 190.872 | 135.635 |
Toegestane kasgeldlimiet | 74.171 | 74.171 | 74.171 | 74.171 |
Ruimte (+)/Overschrijding (-) | 96.602 | 93.636 | 127.525 | 72.288 |
Het gemiddeld overschot vlottende middelen in het 3e kwartaal is elk jaar wat hoger door de teruggave uit het BTW compensatiefonds eind juni.
Renterisico
Het renterisico op de vaste schuld wordt berekend door te bepalen welk deel van de langlopende leningen in enig jaar moet worden geherfinancierd. De wet stelt criteria voor de berekening van het risico op de vaste schulden, die zijn vastgelegd in de definitie van de renterisiconorm. Door middel van deze norm wordt een kader gesteld waarmee een opbouw van de langlopende leningen wordt bereikt, dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt.
Concreet betekent dit dat in enig jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal opnieuw mag worden geherfinancierd. Voor de Provincie Zuid-Holland heeft dit consequenties voor de looptijd en soort leningen die zij mag aantrekken. De nieuw aan te trekken leningen moeten een jaarlijkse aflossingsverplichting hebben (dus lineair of annuïtair) en een minimale looptijd van 20 jaar om te voorkomen dat op de (middel)lange termijn de renterisiconorm wordt overschreden.
Renterisiconorm 2025
Renterisico op de vaste schuld | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
1a | Renteherziening op vaste schuld o/g | 0 | 0 | 0 | 0 |
---|---|---|---|---|---|
1b | Renteherziening op vaste schuld u/g | 0 | 0 | 0 | 0 |
2 | Renteherziening op vaste schuld (1a-1b) | 0 | 0 | 0 | 0 |
3a | Nieuw aan te trekken schuld | 0 | 75.000 | 75.000 | 75.000 |
3b | Nieuw uit te zetten lange leningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
4 | Netto nieuw aan te trekken vaste schuld (3a-3b) | 0 | 75.000 | 75.000 | 75.000 |
5 | Betaalde aflossingen | 37.334 | 37.334 | 39.834 | 42.417 |
6 | Herfinanciering (laagste van 4 en 5) | 0 | 37.334 | 39.834 | 42.417 |
7 | Renterisico op de vaste schuld (2+6) | 0 | 37.334 | 39.834 | 42.417 |
Renterisiconorm | |||||
8 | Stand van de vaste schuld per 1 januari | 689.058 | 651.724 | 689.390 | 727.056 |
9 | Het bij ministeriële regeling vastgesteld % | 20% | 20% | 20% | 20% |
Toets renterisiconorm | |||||
10 | Renterisiconorm (op basis van begrotingstotaal) | 180.992 | 182.153 | 175.674 | 180.399 |
7 | Renterisico op de vaste schuld | 0 | 37.334 | 39.834 | 42.417 |
11 | Ruimte (+)/Overschrijding (-) (10-7) | 180.992 | 144.819 | 135.840 | 137.981 |
Schatkistbankieren
Door de Wet fido zijn decentrale overheden verplicht om overtollige liquide middelen tegen marktconforme rente (de rente waartegen de Nederlandse staat zichzelf financiert op de geld- en kapitaalmarkten), met een wettelijk minimumpercentage van 0%, in de schatkist aan te houden. Op dit moment heeft de provincie Zuid-Holland een overtollig saldo bij de schatkist. De verwachting is dat dit gedurende heel 2025 het geval zal zijn, maar dat we vanaf 2026 weer externe financiering moeten aantrekken. We verwachten € 6,3 mln aan rente inkomsten voor 2025 op deze tijdelijke overtollige middelen.