Inleiding
In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de inzet van de totale arbeidscapaciteit en de daarmee samenhangende kosten. Het totaal aan kosten wordt geduid als onze budgettaire kader arbeidscapaciteit. Het budgettaire kader arbeidscapaciteit bestaat uit vaste loonkosten personeel, inhuur van externen en UWV/detacheringen.
In deze paragraaf wordt ingegaan op de samenstelling en de omvang van de benodigde arbeidskosten, bestaande uit:
a. loonkosten personeel (formatie) van de provincie Zuid-Holland;
b. kosten voor de inhuur van externen.
c. kosten en baten uit detacheringen en het UWV
De wijze van registreren, sturen en rapporteren van de arbeidscapaciteit is volop in beweging. De provincie ontwikkelt zich tot een opgavegerichte organisatie die de eigen ambities verbindt en realiseert met de omgeving. Onderdeel van de ontwikkeling naar opgavegericht werken is het scherp inzichtelijk hebben van de benodigde arbeidskosten om de provinciale doelen te bereiken.
Totaalbeeld arbeidskosten
In de onderstaande tabel is het begrote bedrag van het totale budgettaire kader arbeidscapaciteit opgenomen, onderverdeeld naar de 3 eerdergenoemde categorieën. Op dit moment wordt er gewerkt aan een transitieplan om in te spelen op de verandering van budgettaire kader arbeidscapaciteit over de jaren heen. Dit is mede ingegeven door de wijzigingen ontstaan uit de voorjaarsnota 2024.
Omschrijving | 2024 na Najaarsnota | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|
A. loonkosten personeel (formatie) | 194,5 | 205,1 | 170,1 | 165,2 | 161,3 |
B. Kosten voor inhuur van externen | 30,4 | 28,0 | 22,7 | 20,4 | 14,3 |
C. UWV / Detacheringen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Totaal arbeidskosten | 225,0 | 233,1 | 192,8 | 185,5 | 175,6 |
Percentage inhuur | 14% | 12% | 12% | 11% | 8% |