Aantal gemeenten onder preventief financieel toezicht
De provincie draagt bij aan een krachtig decentraal bestuur (ambitie 1-1) door onder andere het uitvoeren van financieel toezicht. Preventief (verscherpt) toezicht is de uitzondering en waar het kan proberen we dit te voorkomen door aan de voorkant mee te denken, kennisbijeenkomsten te organiseren en door het gezamenlijk uitvoeren van taakveldanalyses met de gemeenten. Toch kan het zijn dat een gemeente onder verscherpt toezicht komt te staan vanwege het te laat indienen van de begroting, doordat de begroting niet structureel en reëel in evenwicht is of doordat gemeenten gaan fuseren. Dit laatste gold in aanloop naar de fusie van de gemeenten Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne per 1 januari 2023 tot de gemeente Voorne aan Zee. De nieuwe gemeente Voorne aan Zee diende voor 2023 geen structureel sluitende begroting in. Hierdoor viel de gemeente gedurende het hele jaar 2023 onder preventief toezicht. De gemeente Voorne aan Zee diende voor 2024 tijdig een structureel sluitende begroting in. Hierdoor besloot GS het preventief toezicht op te heffen. De gemeente valt vanaf 1 januari 2024 weer onder het repressief (regulier) toezicht. Voor 2025 en verder streven we naar het voorkomen van preventieve gemeenten.
Restauratievolume
Eind 2016 is de eerste monitor uitgevoerd, waaruit bleek dat toen 15,4% van deze rijksmonumenten in een matige tot slechte staat verkeerde. In 2023 was het percentage gedaald tot 12,9%. Deze daling zet verder door, resulterend in 12,7% aan matige tot slechte monumenten in 2024. De verwachting is dat dit in 2025 verder daalt en uitkomt op 12,5%. Het percentage is mede gedaald als gevolg van de provinciale inzet op de restauratie van matige en slechte monumenten. De uitkomst voor het percentage in 2026 valt lager uit (dan de gemiddelde daling per jaar) door de extra provinciale impuls van € 2,2 miljoen voor restauratie van rijkmonumenten in 2024. Het restauratievolume is van meerdere factoren afhankelijk, zodat het percentage in de verdere toekomst lastig te voorspellen is.
Aantal KRW-grondwaterlichamen dat aan de KRW-doelen voldoet
In 2015, aan het einde van stroomgebied beheerplanperiode I, was het aantal KRW-grondwaterlichamen dat geheel of deels in Zuid-Holland ligt dat aan de KRW-doelen voldoet 4 uit 5. De laatste officiële Kader Richtlijn Water (KRW)-beoordeling en vaststelling vond plaats in 2021 aan het einde van Stroomgebiedsbeheerplan II. In 2021 was het aantal KRW-grondwaterlichamen dat aan de KRW-doelen voldoet, 4 uit 5. In 2027 vindt de eerstvolgende officiële KRW-beoordeling plaats, dit gebeurt aan het einde van Stroomgebiedsbeheersplan III bij de vaststelling van de factsheets grondwater. In de tussenjaren, 2022 tot en met 2026 vindt er geen meting plaats voor KRW-grondwater.
Jaarlijkse groei van het aantal ha nieuw ingericht natuurgebied ten opzichte van de opgave
We maken een robuust geheel van aaneengesloten natuurgebieden die tegen een stootje kunnen doordat de ecosystemen op orde zijn. Om dat te bereiken werken we toe naar afronding van het Natuurnetwerk Nederland per 2027. De daarvoor benodigde gronden komen deels via afspraken met de grondeigenaar over zelfrealisatie en deels via grondruil of verwerving beschikbaar. Voor deze hectaren zijn al en worden nog worden concrete inrichtingsplannen gemaakt, vergunningen aangevraagd en aannemers ingehuurd. De daadwerkelijke uitvoering van de inrichtingsmaatregelen vindt gefaseerd plaats t/m 2027. In 2025 wordt er circa 900 hectare nieuwe natuur opgeleverd en wordt er ca. 80 ha verworven voor natuur. Op basis van het vastgestelde NNN handelingskader en het besluit volledige schadeloosstelling werken we voor de laatste hectaren, samen met de grondeigenaren en gebiedspartners, de realisatiestrategie per regio verder uit. In 2024 is er veel voorbereidend werk voor aanbesteding van nieuwe natuur geleverd, waardoor ook veel hectare de start van de realisatie in gaan.
Jaarlijkse groei van het aantal ha nieuw natuurgebied in beheer ten opzichte van de opgave
Na afronding van de inrichtingsfase komen de nieuw gerealiseerde natuurgebieden in de beheerfase, hetzij door middel van natuurbeheersubsidie of middels specifieke beheerafspraken. De prognose van de jaarlijkse groei van nieuw natuurgebied dat in beheer is, is volgend op de jaarlijkse groei van het aantal ha nieuw ingerichte natuurgebieden.
Voor de prognose wordt aangehouden dat nieuw ingerichte natuurgebieden het jaar na afronding van de inrichting in beheer komen. In de prognose worden gebieden die al wel in beheer waren maar waarvan binnen het realisatieprogramma de eindinrichting wordt uitgevoerd, niet meegeteld om dubbeltellingen te voorkomen.