Beslisser
Kansen voor West 3 (EFRO)
Kansen voor West is het samenwerkingsverband tussen de vier Randstadprovincies (Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland) en de vier grote steden (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) dat uitvoering geeft aan het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) voor landsdeel West. Het programma richt zich op de prioriteiten Innovatie en Klimaat . In totaal is er voor de provincie Zuid-Holland € 41,2 mln aan EFRO-middelen beschikbaar voor de periode 2021-2027. Aanvullend stelt het Ministerie van EZK € 9 mln cofinanciering beschikbaar.
De provincie beschouwt de EFRO- en Rijksmiddelen als aanvulling op haar reguliere begrotingsmiddelen en probeert deze budgetten op integrale wijze te programmeren. In de Zuid-Hollandse openstellingsstrategie hebben Gedeputeerde Staten vastgesteld op welke inhoudelijke beleidsthema’s de provincie de beschikbare EFRO- en Rijksmiddelen deze programmaperiode (2022-2027) wil inzetten en hoe deze in de tijd worden opengesteld. De provincie zet met Kansen voor West III in op drie inhoudelijke thema’s die aansluiten bij de in deze begroting geformuleerde beleidsprestaties. De verantwoording van de inzet van zowel de EFRO-, Rijks- als provinciale middelen verloopt via het ambitieplan.
Overzicht van inzet binnen KVW en corresponderende beleidsprestaties | ||
KVW-prioriteit 1: Innovatie | Inhoudelijk thema: Innovatie | Ambitie 4: Beleidsprestatie 4-1-1 |
---|---|---|
KVW-prioriteit 2: Klimaat | Inhoudelijk thema: Thema Verduurzaming van het HIC (industrie) | Ambitie 3: Beleidsprestatie 3-1-4 |
KVW-prioriteit 2: Klimaat | Inhoudelijk thema: Verduurzaming van de gebouwde omgeving (energie) | Ambitie 3: Beleidsprestatie 3-1-3 |
Begin 2024 hebben GS een herijking van de openstellingsstrategie vastgesteld met de programmering voor de jaren 2024 en 2025. De samenwerkende partners hebben afgesproken dat alle EFRO-middelen uiterlijk tegen het einde van 2025 ten minste één keer moeten zijn opengesteld. Reden hiervoor is dat de gemiddelde looptijd van een project 3 tot 4 jaar bedraagt en alle EFRO-middelen uiterlijk eind 2029 volledig moeten zijn uitgegeven en verantwoord. In 2024 zijn alle nog beschikbare middelen op de thema’s Verduurzaming van het HIC en Verduurzaming van de gebouwde omgeving opengesteld. In 2025 worden daarom enkel de resterende middelen op het thema Innovatie opengesteld. Conform de openstellingsstrategie zullen deze middelen primair worden ingezet op het versterken en benutten van de innovatie-infrastructuur in Zuid-Holland. De provincie stelt hiervoor in 2025 tevens provinciale cofinanciering beschikbaar.
Openstellingsbudget Kansen voor West III voor 2025 uitgesplitst per thema (bedragen x € 1 mln) | EU + Rijk | PZH | Totaal |
---|---|---|---|
Innovatie | 14,2 | 2,0 | 16,2 |
Verduurzaming van het HIC (industrie) | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Verduurzaming van de gebouwde omgeving (energie) | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Totaal openstellingsbudget 2025 | 14,2 | 2,0 | 16,2 |
Just Transition Fund (JTF)
Het Just Transition Fund (JTF) is een EU-fonds dat bijdraagt aan de overgang naar een klimaatneutraal Europa. Hoofddoel van het JTF is om regio’s die voor hun inkomsten en werkgelegenheid sterk afhankelijk zijn van koolstofintensieve industrieën op een rechtvaardige en gelijkwaardige manier in staat te stellen de energietransitie in te gaan. Een transitie die rekening houdt met de economische en arbeidsmarktaspecten.
In totaal is er voor de regio Groot-Rijnmond € 58,5 mln aan JTF-middelen beschikbaar voor de periode 2021-2027. Dit bedrag wordt door het Ministerie van EZK aangevuld met € 5 mln cofinanciering. De provincie Zuid-Holland stuurt samen met de gemeente Rotterdam op de inzet van deze middelen. Hiertoe hebben provincie en gemeente samen met de relevante stakeholders een regionaal transitieplan (TJTP) opgesteld dat door beide colleges is vastgesteld en door de Europese Commissie is goedgekeurd. Het Transitieplan focust op drie sporen die aansluiten bij de in de begroting geformuleerde beleidsprestaties.
Overzicht van investeringssporen JTF Rijnmond en corresponderende beleidsprestaties | ||
Spoor 1: | Vernieuwen en versterken van de regionale economie met nieuwe, duurzame en/of circulaire industriële ketens | Ambitie 3: Beleidsprestatie 3-1-4 |
---|---|---|
Spoor 2: Investeren | Versnellen van de transitie met investeringen in technologie, systemen en infrastructuur tot decarbonisatie van bestaande industriële ketens | Ambitie 3: Beleidsprestatie 3-1-4 |
Spoor 3: Arbeidsmarkt | Een wendbare, weerbare beroepsbevolking | Ambitie 4: Beleidsprestatie 4-1-7 |
In de openstellingsstrategie voor het JTF Rijnmond hebben Gedeputeerde Staten en het college van Burgemeester en Wethouders van Rotterdam vastgesteld hoe de EU-middelen in de tijd worden opengesteld. Eind 2023 is de openstellingsstrategie geactualiseerd met een programmering voor de jaren 2024 en 2025. Conform de strategie zal het resterende budget in 2025 in principe enkel voor arbeidsmarktinterventies (Spoor 3) worden opengesteld. Het budget voor Spoor 1 en 2 is reeds in 2024 volledig weggezet. Er wordt vooralsnog geen provinciale cofinanciering voorzien voor het JTF. Wel is het geplande openstellingsbudget voor 2025 deels (€ 4,3 mln) afhankelijk van overcommittering. Hiertoe zal in 2025 separate besluitvorming plaatsvinden. De verantwoording van de inzet van JTF- en Rijksmiddelen verloopt via het ambitieplan.
Openstellingsbudget Kansen voor West III voor 2025 uitgesplitst per thema | EU | Rijk | Totaal |
---|---|---|---|
Spoor 1 en 2 | 0 | 0,0 | 0,0 |
Spoor 3 | 7,4 | 2,5 | 9,9 |
Totaal openstellingsbudget 2025 | 7,4 | 2,5 | 9,9 |
Nationaal Strategisch Plan GLB
Het GLB-NSP staat voor het Nationaal Strategisch Plan ter uitvoering van het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid. De uitvoering vindt plaats in de periode 2023 tot en met 2027 door het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en de twaalf provincies, met bijdragen van de waterschappen. De doelen van GLB-NSP hebben betrekking op een slimme veerkrachtige landbouw, bodem, water, lucht, biodiversiteit en klimaat en dierenwelzijn en brede plattelandsontwikkeling. Kennis, innovatie en netwerkvorming zijn horizontale doelen.
Het GLB-NSP bestaat uit verschillende onderdelen die zijn onderverdeeld in twee pijlers:
- De eerste pijler (Europees Landbouw Garantie Fonds, ELGF) heeft een omvang van totaal circa € 2,8 miljard voor Nederland. Met het ELGF worden de basis inkomenssteun, waaronder de aanvullende steun voor jonge landbouwers, de ecoregeling en sectorale interventies voor de Bijenteelt en Groente en Fruit gefinancierd. Dit zijn regelingen die voor heel Nederland van toepassing zijn en door het ministerie LVVN worden uitgevoerd.
- De tweede pijler (Europees Landbouw Fonds voor Plattelandsontwikkeling, ELFPO), heeft een omvang van totaal € 1,9 miljard voor Nederland. Met het ELFPO worden het Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) en investeringen in bedrijfsmiddelen, inrichtingsmaatregelen op en buiten landbouwbedrijven, samenwerking voor innovaties en LEADER gefinancierd.
De provincie Zuid-Holland geeft uitvoering aan een deel van de middelen onder pijler 2 - ELFPO. Het gaat in totaal om € 64 mln aan EU middelen en een totaal budget van € 107,6 mln met cofinanciering.
Onder pijler twee is voor het ANLb in totaal voor de periode 2023 tot en met 2028 een kleine € 40 mln aan EU middelen beschikbaar. De cofinanciering vanuit de provincie is ruim € 20 mln (vanuit ambitie 5), vanuit de waterschappen circa € 1,5 mln. Het totaal aan beschikbare middelen voor deze regeling is € 61,6 mln. Eind 2022 is er een openstelling geweest. Met de begroting 2025 is de provincie voornemens om voor de periode 2025-2028 ruim € 4 mln extra beschikbaar te stellen voor uitbreiding van de bestaande ANLb-subsidies. Aangezien de Europese bijdrage aan het ANLb voor de periode 2023-2028 gemaximeerd is en we het maximale budget al hadden ingezet, zal de uitbreiding volledig met nationale middelen bekostigd worden. Dit betreft hoofdzakelijk provinciaal budget maar de waterschappen betalen hier ook aan mee. In het Hoofdlijnenakkoord is vanaf 2026 € 500 mln per jaar opgenomen voor agrarisch natuurbeheer door boeren. De kans is groot dat (in ieder geval) een deel van deze middelen via het ANLb zal worden besteed.
Openstellingsbudget GLB-NSP - tweede pijler ANLb periode 2023 t/m 2028 | EU | PZH | Water-schappen | Totaal |
---|---|---|---|---|
Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb) (totaal openstellingsbudget vanaf 2023) | 39,9 | 20,2 | 1,5 | 61,6 |
Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb) – uitbreiding 2025-2028 | 0 | 3,6 | 0,6 | 4,2 |
Totaal openstellingsbudget 2023-2028 (incl uitbreiding 2025-2028) | 39,9 | 23,8 | 2,1 | 65,8 |
Daarnaast is er voor de periode 2023 tot en met 2027 circa € 24 mln aan EU middelen beschikbaar voor de onderdelen (hierna: interventies) gericht op investeringen in bedrijfsmiddelen (productieve investeringen landbouw), inrichtingsmaatregelen op en buiten landbouwbedrijven (niet-productieve investeringen landbouw en watersystemen), samenwerking voor innovaties (doorbraakprojecten systeeminnovatie land- en tuinbouw) en LEADER (projecten en beheerkosten LEADER groepen).
De EU middelen vormen de cofinanciering in de te verstekken GLB-NSP subsidies. Een deel van de EU middelen is 100%, hiervoor is geen nationale cofinanciering nodig en een deel is 43%, hiervoor is nationale cofinanciering nodig. Voor de benodigde nationale cofinanciering en om landelijke verzoeken aan provincies (voor bijvoorbeeld overprogrammering of verlenging van de GLB-NSP periode te kunnen financieren, zoals in het POP3) is bij de begroting 2023 circa € 22 mln aan provinciale middelen meerjarig gereserveerd uit ambitie 5. Momenteel is hiervan € 17 mln gereserveerd voor de nationale cofinanciering.
Van de € 24 mln EU middelen is in totaal € 8 mln (uit het deel 100%) beschikbaar voor de Zuid-Hollandse waterschappen. In 2024 zijn de waterschappen overgegaan tot ongeveer € 1,6 mln overprogrammeren op deze EU middelen. Ook leveren zij € 8 mln aan aanvullende nationale financiering.
Het totaal beschikbare GLB-NSP middelen voor 2023 tot en met 2027 is € 50,6 mln (€ 24 + € 17 + € 1,6 + € 8 mln) voor de geplande GLB-NSP openstellingen. Openstellingen worden vastgesteld op basis van de Regeling Europese Landbouwsubsidies Zuid-Holland. Gezien de bestedingsdruk van de middelen is het voornemen (in lijn met de andere provincies) om bij de openstellingen steeds het volledig beschikbare bedrag open te stellen.
In 2023 is in totaal voor € 8,1 mln aan deelplafonds opengesteld, waaronder € 2 mln voor ‘LEADER beheerkosten LEADER groepen’ en ongeveer € 6,1 mln voor ‘niet-productieve investeringen watersystemen’.
In de periode van 2024 tot en met 2027 wordt in totaal ongeveer € 42,5 mln aan deelplafonds opengesteld. Hiervoor is bij Najaarsnota 2024 een meerjarig hoofdplafond aangevraagd.
- In 2024 wordt in totaal ongeveer € 20,7 mln aan deelplafonds opengesteld, waarvan ongeveer € 6,8 mln voor ‘LEADER projecten’, € 7,2 mln ‘niet-productieve investeringen landbouw’ en € 6,7 mln ‘doorbraakprojecten systeeminnovatie land- en tuinbouw’.
- In 2025 wordt naar verwachting in totaal € 21,8 mln aan deelplafonds opengesteld, waarvan € 5,4 mln voor ‘productieve investeringen landbouw (o.b.v. investeringenlijst)’, € 5,2 mln voor ‘productieve investeringen landbouw voor jonge landbouwers (o.b.v. investeringenlijst)’, € 3,2 mln voor ‘niet-productieve investeringen watersystemen’ en € 8 mln voor aanvullende nationale financiering door de waterschappen.
Onderstaande tabel laat de voorgenomen openstellingen in 2025 zien met de indicatieve verdeling van de middelen.
Openstellingsbudget GLB-NSP (tweede pijler excl. ANLb) voor 2025 uitgesplitst per interventie | EU | PZH | Derden | Totaal |
---|---|---|---|---|
Productieve investeringen landbouw (o.b.v. investeringenlijst) | 3 | 2,4 | 0 | 5,4 |
Productieve investeringen landbouw (o.b.v. investeringenlijst) voor jonge landbouwers | 3 | 2,2 | 0 | 5,2 |
niet productieve investeringen watersystemen | 3,2 | 0 | 0 | 3,2 |
Openstelling voor aanvullende nationale financiering waterschappen | 0 | 0 | 8 | 8 |
Totaal openstellingsbudget 2025 | 9,2 | 4,6 | 8 | 21,8 |
De voor 2025 geplande openstellingen stonden al gepland voor 2024, maar zijn vertraagd door beperkte capaciteit bij het landelijke betaalorgaan voor het GLB-NSP, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Anders dan in het GLB-POP3, ligt in Zuid-Holland het inregelen van de GLB-NSP openstellingen, de subsidie-technische beoordeling en uitbetalingen van de openstellingen bij RVO.
RVO, het ministerie van LVVN en de provincies zijn begin 2023 gestart met de openstellingskalender om de capaciteit van RVO gezamenlijk te kunnen indelen en prioriteren. Daarmee is de planning van openstellingsbesluiten afhankelijk van de beschikbare capaciteit bij RVO. Uitgangspunt met de provincies is om zo gelijktijdig en uniform mogelijk open te stellen.