Om de beleidsdoelen voor de ambitie te halen, hebben we deze vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 6-1 Wonen
Beleidsprestatie 6-1-1 Voldoende betaalbare huisvesting voor iedereen
Plannen en uitvoering
In een samen met regio’s opgestelde jaarcyclus werken we toe naar regionale woningbouwprogramma’s. Hierin staat hoeveel woningen van elk type, prijsklasse en eigendomsvorm in de planning staan om gebouwd te worden. We hebben daarbij regelmatig en goed contact met de regio's, gemeenten en woningcorporaties. We bouwen verder op afspraken uit de regionale realisatieagenda’s.
We stellen verschillende subsidies beschikbaar. Deze zijn voor het versnellen van de bouw van betaalbare woningen, de inzet van extra kennis en ervaring, en het aanmoedigen van toekomstbestendig bouwen. We gaan door met de kennisuitwisseling ’Conceptueel en fabrieksmatig bouwen’. Dit doen we onder andere via projecten als de Bouwstroom en Beter Benutten bestaande voorraad.
Sociale en betaalbare woningbouw
In de regionale woningbouwprogramma’s toetsen we of er genoeg betaalbare en sociale woningen zijn, zowel in de plannen als in de bestaande voorraad.. We sluiten aan bij de landelijke afspraak dat vanaf 1 januari 2025 minimaal 2 op de 3 nieuwe huizen in de categorie ‘betaalbaar’ vallen. Deze nieuwbouw-planning draagt bij aan het doel van 30% sociale woningen in de voorraad. We helpen daarbij met professioneel advies. In dit kader organiseren we ook kennissessies voor gemeenten over de instrumenten voor - en voorbeelden van - betaalbaar wonen. Met gemeenten, woningbouwcorporaties en andere bouwpartners gaan we in gesprek over woningen voor bijzondere doelgroepen, zoals: mensen die komen uit intramurale voorzieningen, (dreigend) dak- en thuislozen, arbeidsmigranten, en statushouders. Ook hierbij helpen wij gemeenten. Dit doen we door het organiseren van kennislabs, het aanbieden van subsidie, een ‘serious game’ (belangenspel), en vakkundig advies.
Gelet op het voorgaande, het optreden van verschillen en lastig inschatten van realisatie/ sturen en telkens een scope van 1 jaar, zijn we voornemens om PS voor te stellen met ingang van Voorjaarsnota 2025 een bestemmingsreserve “Versnelling Woningbouw” in te stellen waarmee schommelingen in aanvraag/toekenning, optimaal kunnen worden opgevangen. Overwogen wordt daarnaast een voorstel voor een bestemmingsreserve die samenhangt met de (incidentele) opgave voor 247.000 woningen die de provincie met het Rijk overeengekomen is tot en met 2030.
Een voorstel hiertoe, met de doelstellingen, looptijd, randvoorwaarden, benodigde financiële middelen, hoogte van de uitkering en verantwoordingsrapportage, tegen het licht van de toegenomen opgave en toegenomen kosten, volgt waarschijnlijk in de Voorjaarsnota 2025.
Volkshuisvestingsprogramma
In het provinciale volkshuisvestingsprogramma werken we - naast de wettelijke criteria - het provinciale beleidsdoel Wonen verder uit. Dit doen we met een aantal instructies.
Samenwerkingsafspraken
In 2025 bouwen we door op de afspraken die we in de regionale realisatieagenda’s maakten. Onderdeel daarvan is dat invulling wordt gegeven aan:
- De noodzakelijke randvoorwaarden (kritische succesfactoren) voor woningbouw. Een aantal randvoorwaarden zijn:
- voldoende middelen (ook financieel);
- sturing op meer sociale en betaalbare woningen;
- voldoende middelen voor mobiliteit en infrastructuur;
- meer duidelijkheid over - en waar nodig mogelijke oplossingen voor - stikstof en geluid;
- meer aandacht voor het gelijktrekken en versnellen van de regelgeving voor toekomstbestendig bouwen;
- tegengaan van een gebrek aan geld en menskracht.
- Het verder voeren van de gesprekken aan de (regionale)woondealtafels (als organisator) en versnellingstafels (als deelnemer), waarbij we vooral letten op het behalen van onze doelen.
Versnellen woningbouw
Met de volgende deelopdrachten werken we aan het versnellen van de woningbouw:
Stimuleren locaties
Om woningbouwplannen te laten lukken, koppelen we teamleden uit het uitvoeringsprogramma ’Versnellen woningbouw’ aan een gebiedsontwikkeling. Zo werken we sneller in ingewikkelde opgaven. Versnellers adviseren integraal en gebiedsgericht over het versnellen van een locatie.
Traineeship Gebiedsontwikkeling
Wij gaan door met de inzet van trainees Gebiedsontwikkeling. Dit doen we bij verschillende gemeenten en woningcorporaties, ter ondersteuning van gebiedsontwikkelingen in alle regio’s van de provincie.
Optoppen, aanplakken en uitplinten
Met deze deelopdracht kunnen we helpen bij het beter gebruikmaken van de ruimte in naoorlogse wijken. Dit kan door de wijken opnieuw in te richten (herstructurering), en door meer inwoners op eenzelfde stuk grond te laten wonen (verdichting), bijvoorbeeld door hoogbouw. Woningcorporaties hebben veel kennis over ‘optoppen’, het toevoegen van extra verdiepingen aan bestaande gebouwen. Ze zorgen ervoor dat de technieken en methodes voor optoppen steeds beter worden en op een standaard manier worden toegepast. Dit doen ze samen met betrokken overheden en de markt. Teamleden richten zich vooral op het uitwisselen en vastleggen van kennis over optoppen. Ze zorgen ervoor dat publieke partijen, zoals gemeenten en woningcorporaties, met bedrijven, zoals bouwers en ontwikkelaars, in contact komen. Daarnaast helpen ze bij ‘quickscans’ om de mogelijkheden voor optoppen op bepaalde locaties te onderzoeken. Ze stemmen daarbij af met andere betrokken partijen zoals andere provincie, Aedes en het Rijk..
Doelgroepen
We moedigen het goed huisvesten van verschillende doelgroepen aan, door onder andere:
- actief kennisdelen met gemeenten: We zorgen dat gemeenten goed op de hoogte zijn van de verschillende instrumenten om te komen tot meer betaalbare woningen. Dit doen we door actief contact met hen te leggen;
- actief te sturen op het door gemeenten behalen van de halfjaarlijkse taakstelling vergunninghouders;
- actief te sturen op het door gemeenten voldoen aan de opgave voor asielopvang onder de Spreidingswet. We moedigen het opstellen van een regioplan aan. Hierin beschrijven gemeenten hoe zij gezamenlijk de opgave gaan invullen. Wij doen dit via de regionale regietafel.
- het effect op de omgeving in beeld te brengen bij de keuze voor het toevoegen van bedrijvigheid met een hoog aandeel arbeidsmigranten (ook wel ‘effectrapportage’ genoemd). Dit doen we samen met andere overheden;
- met gemeenten en werkgevers gesprekken te voeren, om de verschillende rollen te bespreken en afspraken te maken over (voldoende) huisvesting. We kunnen wettelijke instrumenten inzetten als er geen resultaten volgen. Dit doen we als het nodig is, en de instrumenten beschikbaar zijn;
- deel te nemen aan verschillende bestuurlijke en ambtelijke overleggen. Deze zijn onder andere met het Rijk en gemeenten. Ze gaan onder andere over betere registratie van arbeidsmigranten (om zicht te krijgen) en verantwoordelijkheden van werkgevers;
- het vanuit de (sturing op) economie bepalen welk soort en hoeveel huisvesting er voor arbeidsmigranten nodig is.
- advies te geven op huisvestingslocaties die door gemeenten worden ingediend. Dit om te voorkomen dat de plannen van gemeenten in strijd zijn met die van ons;
- invulling te geven aan onze coördinerende rol. Dit doen we door te kijken of een provinciale studiegroep gemeenten kan helpen bij verschillende woonvraagstukken.
- aanvullend onderzoek te laten doen naar de ‘ fair share en fair care’ van de aandachtsgroepen.
- in gesprek te gaan met gemeenten over het opstellen van een subsidieregeling voor regionale woonzorgvisies.
- gemeenten te adviseren over hun huisvestingsverordening en met hen en regio's in gesprek te gaan over de toepassing van deze (regionale) huisvestingsverordening.
- de instrumenten ‘Richtlijnen Regionale Woonzorgvisies’ en ‘Richtlijnen Wonen en zorg voor ouderen’ te ontwikkelen.
- het aanmoedigen van kennisdeling over flexwonen tussen gemeenten en provincies. En het hulp geven bij het kiezen van locaties, en bij het beheren van woningen voor verschillende groepen bewoners. Daarnaast door te blijven helpen met het controleren of flexwoningen goed passen in de omgeving.
- het ondersteunen van gemeenten bij het regelen van asielopvang. Waar dat mogelijk is, doen we dit door ruimtelijke hindernissen weg te nemen. We helpen bij het vinden en gebruikmaken van kansen voor asielopvang. Ook brengen we de regioplannen samen en monitoren we de voortgang.
- samen met andere provincies, Aedes en VNG te lobbyen om de financiële positie van woningcorporaties te verbeteren. Dit zodat zij hun doelen in de provincie kunnen halen.
- samen met onze partners onder andere te lobbyen op de voorwaarden van de Woningbouwimpuls, oplossen van knelpunten rond stikstof en geluid, versnellen van procedures, en het landelijk invoeren van klimaatadaptief bouwen.
Subsidies
De subsidiestromen zijn nog meer dan voorheen gericht op de woningbouwopgave en vastgestelde afspraken. Ze sturen met name op voldoende betaalbare en duurzame woningen. In de Subsidieregeling ‘Wonen Zuid-Holland' zijn alle subsidieregelingen die onder het beleidsveld Wonen vallen ondergebracht als hoofdstukken. Hieronder vallen:
- Knelpuntenpot sociale huur,
- Knelpuntenpot middenhuur,
- Woonvormen senioren,
- Plankosten collectieve wooninitiatieven,
- Vliegende Brigade,
- Toekomstbestendig bouwen: Drinkwaterbesparing sociale huurwoningen,
- Toekomstbestendig bouwen: Opschalen houtbouw sociale huurwoningen.
Deze hoofdstukken hebben elk hun eigen budget en een eigen periode waarin ze beschikbaar zijn. We kunnen ook nieuwe openstellingen toevoegen. Op deze manier kunnen we goed inspelen op de maatschappelijke vraag naar ondersteuning om de woningbouw te versnellen. Het nieuwe kabinet kan beleid en geldstromen (SPUKs) nog aanpassen. Als dit gebeurt, moeten we daarnaar handelen.
Beleidsprestatie 6-1-2 Toekomstbestendig bouwen
Zoals in de beleidskeuze Toekomstbestendig bouwen in de provinciale Omgevingsvisie staat, wil de provincie (versneld) naar een toekomstbestendige leefomgeving. Dit doen we door kennis en inzet van 8 provinciale duurzaamheidsopgaven samen te brengen. Zij hebben invloed op de nieuwbouw van woningen en daarmee direct samenhangende gebiedsontwikkelingen. Het gaat bijvoorbeeld om de duurzaamheidsopgaven voor beweegvriendelijke openbare ruimte, klimaatadaptatie, natuurinclusief, gezonde leefomgeving, energiepositief bouwen, actieve mobiliteit, met circulaire en biobased materialen. We richten ons als provincie op partners in de omgeving. Dit doen we bijvoorbeeld door de inzet van het expertteam Toekomstbestendig bouwen. En door subsidieregelingen voor de besparing van drinkwater en het vergroten van het gebruik van houtbouw door woningcorporaties. Het expertteam helpt bij toekomstbestendig bouwen. Ze zorgen ervoor dat deze aanpak wordt opgenomen in gebiedsontwikkelingen en woningbouwprojecten. Dit geldt voor gemeenten en woningcorporaties in Zuid-Holland.
Daarnaast hebben we een aantal aandachtspunten waar we extra op letten:
- We zetten erop in dat toekomstbestendig bouwen een vast onderdeel wordt van andere woondossiers.
- We zorgen dat toekomstbestendig bouwen een vast onderdeel wordt van de provinciale Omgevingsvisie en -verordening.
- We zetten in op samenwerken volgens de afspraken over toekomstbestendig bouwen.
- We moedigen toekomstbestendig bouwen in Zuid-Holland aan met subsidies. Dit zijn:
- Subsidie Drinkwaterbesparing sociale huurwoningen.
- Subsidie Opschalen houtbouw sociale huurwoningen.
- We maken nieuwe partners onderdeel van onze afspraken over toekomstbestendig bouwen.
- We werken aan het verbeteren van de overeenkomst over toekomstbestendig bouwen en zorgen ervoor dat de afspraken goed worden uitgevoerd in de praktijk.
- We maken de geldstromen voor toekomstbestendig bouwen inzichtelijk. Hiervoor blijven we in gesprek met externe partijen over de mogelijke kansen voor toekomstbestendig bouwen.
- We laten aan de buitenwereld zien dat toekomstbestendig bouwen kan en mogelijk is. Dit doen we bijvoorbeeld door inhoudelijke bijdragen te leveren op evenementen, congressen, bijeenkomsten, enzovoorts.
Beleidsdoel 6-2 Ruimte en landschap
Beleidsprestatie 6-2-1 Ruimtelijke strategie
Integrale ruimtelijke keuzes
Op basis van de door de Staten vastgestelde en aan de minister aangeboden Koers (Ruimtelijk Voorstel) werken we de komende tijd aan thematische en gebiedsgerichte uitwerkingen gericht op het maken van integrale keuzes. Daarbij horen ook beleidsaanpassingen in het omgevingsbeleid. De provincie trekt daarbij nauw op met alle betrokken partners en blijft daarover in gesprek met het Rijk.
Op basis van de Koers (Ruimtelijk Voorstel) gaan wij in overleg met het Rijk over een Ruimtelijk Arrangement en (voorontwerp) Nota Ruimte en de keuzes die op nationaal schaalniveau gemaakt moeten worden.
Ruimtelijke kwaliteit en landschap
Het werken aan ruimtelijke kwaliteit is een doorlopend proces dat alle opgaven met een ruimtelijke component raakt. In de herziening van het omgevingsbeleid 2024, die begin 2025 in werking zal treden, is het ruimtelijk kwaliteitsbeleid geactualiseerd.
Indien nodig passen we het ruimtelijk kwaliteitsbeleid aan naar aanleiding van het Ruimtelijk Voorstel en thematisch beleid. We leveren een voorstel aan voor het opstellen van ontbrekende gebiedsprofielen.
Met de inzet van een onafhankelijk Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (PARK) geven we aan hoe de opgaven met ruimtelijke kwaliteit een plek in het Zuid-Hollandse landschap kunnen vinden.
Groenblauwe netwerken
We werken aan de doorontwikkeling van de groenblauwe netwerken. Het gaat hierbij om het organiseren van samenhang tussen de losse onderdelen, het combineren van opgaven binnen het groenblauwe netwerk en het doen van voorstellen om te komen tot een gedeelde visie en strategie voor groenblauwe netwerken in Zuid-Holland. Hiervoor zetten we de volgende maatregelen en instrumenten in:
- We brengen partners samen rond het thema ‘vergroening van de stad’ en zetten in op kennisontwikkeling en -verbreding via de Groene Cirkel Groene Gezonde Stad;
- We agenderen de groenopgave en de benodigde middelen bij het Rijk;
- We nemen deel aan en organiseren de provinciale inzet in klankborgroep rijksprogramma Groen in en om de Stad (GIOS);
- We werken mee aan de leeragenda GIOS, waaronder het testen van de voorgestelde richtlijnen uit de handreiking GIOS;
- Verkenning provinciale groenblauwe hoofdstructuur en netwerken, waaronder de recreatieve verbindingen;
- Verdere concretisering, vastlegging en versterking van de groenblauwe hoofdstructuur in Zuid-Holland ten behoeve van de herziening van het Omgevingsbeleid 2025.
Samenwerking in Landschapspark Zuidvleugel
We werken verder aan de groenblauwe hoofdstructuur, met aandacht voor de stadlandverbindingen en groen in en om de overige steden en dorpen, in samenhang met de stedelijke ontwikkeling. Samen met de regionale partners wil de provincie het volgende bereiken:
- Versterken van het draagvlak voor uitwerking en realisatie van de onderdelen van het landschapspark Zuidvleugel.
Samen met de regionale partners willen we de onderdelen van het Landschapspark Zuidvleugel verder concretiseren en een agenda voor de uitvoering uitwerken:
- Voor de Vlietzone zullen we de doelen uit het Toekomstbeeld dat in 2022 is vastgesteld, verankeren in het provinciaal omgevingsbeleid. Samen met de bestuurlijke partners stellen we een uitvoeringsagenda op. Voor het Haagse deel van de Vlietzone voeren we in 2024 diverse onderzoeken uit, die moeten leiden tot een integrale gebiedsvisie voor dit deelgebied;
- Met de gemeente Delft maken we verdere afspraken over de inzet van de begrotingssubsidies die de provincie beschikbaar stelde voor 3 belangrijke landschapsparkprojecten in de Schiezone;
- Zo nodig herijking van het landschapspark Zuidvleugel naar aanleiding van het advies PARK;
- Samen met de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam en het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden stimuleren we met het programma Rivier als Getijdenpark XL de kennisuitwisseling en de realisatie van getijdenparken in de Rijn-Maasmonding.
Toekomstbestendige Stedelijke Ontwikkeling
De provincie stuurt op weloverwogen locatiekeuzes bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen en formuleert daarvoor uitgangspunten en randvoorwaarden in haar Omgevingsbeleid. Voor de Herziening Omgevingsbeleid 2025 werken we dit uit naar een afwegingskader voor toekomstbestendige stedelijke ontwikkelingen. We gaan meer sturen op kwaliteit en brede welvaart en willen de beschikbare ruimte binnen het bestaand stedelijk gebied optimaal benutten. Naast het uitwerken van kwalitatieve randvoorwaarden zetten we in op het combineren van opgaven door meervoudig ruimtegebruik en op de beschikbaarheid van voldoende publieke voorzieningen (zoals voor zorg, onderwijs en/of sport). Verder gaat de provincie een gebiedsprogramma Zuidelijke Randstad opnemen in het Omgevingsbeleid.
Samenwerking in NOVEX-gebied Zuidelijke Randstad
In het NOVEX-gebied Zuidelijke Randstad (ZR) werkt de provincie samen met het Rijk, gemeenten en waterschappen aan het toekomstbestendig vormgeven van de verstedelijkingsopgave in de Zuidelijke Randstad. Daarvoor is in 2024 een Ontwikkelperspectief opgesteld. Toekomstbestendig wil zeggen: in samenhang met de bredere opgaven op het gebied van gezondheid, groen in en om de stad, klimaatadaptatie, (circulaire) economie en energietransitie.
- Samen met onze partners gaan we het vastgestelde governance model opzetten en implementeren;
- We onderzoeken de mogelijkheid van een programma Groenblauwe Netwerken in samenwerking met de partners (‘groen groeit mee’) via het spoor NOVEX ZR;
- We verankeren het landschapspark Zuidvleugel in de uitvoeringsagenda NOVEX ZR;
- Samen met het Rijk, gemeenten en waterschappen gaan we in 2025 de uitvoeringsagenda voor de NOVEX ZR uitwerken en afronden. In 2024 is een conceptversie opgesteld die we in 2025 verder gaan uitwerken. We streven ernaar om de uitvoeringsagenda op het BO Leefomgeving (juni 2025) vast te stellen;
- De uitvoeringsagenda is de basis voor het opstellen van een regionale investeringsagenda, waar we in de tweede helft van 2025 mee gaan starten.
Vitaal landelijk gebied
In de herziening van het Omgevingsbeleid 2025 gaan we de bescherming van de ruimte in het landelijk gebied voor landbouw, natuur, recreatie en voor water-, klimaat-, energie- en groenopgaven uitwerken. Ook gaan we het begrip vitaliteit nader duiden en beleid voor voorzieningen in het landelijk gebied uitwerken.
Ontwikkelingen in het landelijk gebied staan in verbinding met stedelijke ontwikkelingen. Waar dat helpt om de vitaliteit en leefbaarheid te versterken, biedt de provincie ruimte voor een ‘straatje erbij of ertussen’. Hiervoor benutten we het in 2024 geactualiseerde onderzoek naar Vitaliteit en Leefbaarheid van kernen in Zuid-Holland.
Beleidsprestatie 6-2-2 Regie op evenwichtige toedeling functies en/of locatie
Adviseren en beoordelen van gemeentelijke ruimtelijke plannen + inzet juridisch ruimtelijk instrumentarium
We werken samen en nemen samen met inwoners en ondernemers verantwoordelijkheid. Waar nodig zetten wij onze wettelijke bevoegdheden en instrumenten in voor het algemeen belang van Zuid- Holland.
Gebiedsontwikkelingen
- De provincie toetst dat ruimtelijke ontwikkelingen van gemeenten zoveel mogelijk bijdragen aan provinciale ambities en doelen. Dit geldt zowel voor gemeentelijke als regionale ruimtelijke visies, verkenningen en strategieën. Vervolgens zorgen we dat deze plannen en ontwikkelingen passen binnen het Omgevingsbeleid;
- Daarnaast werkt de provincie aan een goede samenwerking met gemeenten en regio. Door bijvoorbeeld te helpen om inzicht te krijgen in de provinciale koers of aan de juiste contactpersoon te koppelen.
De provincie is onder meer bij de volgende gebiedsontwikkelingen actief betrokken:
Gebiedsontwikkeling Middengebied Zuidplaspolder
Deze gebiedsontwikkeling in de gemeente Zuidplas (hierna: het Middengebied) heeft als doel de realisatie van een nieuw, toekomstbestendig (klimaatadaptief en energieneutraal) dorp van 8.000 woningen, 2 nieuwe bedrijventerreinen en bijbehorende ontwikkeling van en investeringen in onder andere natuur, groen, recreatie, bereikbaarheid, energie en het watersysteem.
De leidende rol voor de gebiedsontwikkeling van het Middengebied ligt bij de gemeente Zuidplas. De gemeenteraad heeft in mei 2024 het bestemmingsplan voor de woningbouw, de bedrijventerreinen, de energielandgoederen, de mobiliteitsmaatregelen en het Koning Willem I bos vastgesteld. De gemeente is nu gestart met de voorbereiding van de uitvoering. In het kader van deze gebiedsontwikkeling zal de provincie Zuid-Holland in 2025 in elk geval de volgende acties ondernemen:
- Samen met de gemeenten Zuidplas, Gouda en Rotterdam, en in afstemming met de gemeente Waddinxveen, uitvoering geven aan de Deelovereenkomst Mobiliteit die in juni 2023 is ondertekend. De uitvoering van deze Deelovereenkomst zal zich over meerdere jaren uitstrekken;
- De verwachting is dat eind 2024 een Deelovereenkomst afgesloten wordt met de gemeente Zuidplas over de realisatie van de ecologische verbindingszone tussen de Krimpenerwaard en het Bentwoud voor het deel van de ecologische verbindingszone dat op het grondgebied van de gemeente Zuidplas ligt;
- Grondverwerving, planvorming en faciliteren van zelfrealisatie voor de Groene Waterparel die onderdeel is van het NatuurNetwerkNederland (NNN).
Gebiedsontwikkeling Gnephoek
Deze integrale gebiedsontwikkeling van de Gnephoek in de gemeente Alphen aan den Rijn heeft als doel de realisatie van ca. 5.500 woningen inclusief 30 ha voor water, groen en recreatie en minimaal 50 ha natuur waarbij water en bodem sturend zijn voor de gebiedsontwikkeling. De verwachting is dat de Dagelijkse Besturen van de gemeente Alphen aan den Rijn, het hoogheemraadschap van Rijnland, de regio Holland Rijnland en de provincie Zuid-Holland in oktober 2024 de Bestuursovereenkomst Ontwikkeling Gnephoek ondertekenen waarin afspraken worden vastgelegd over onder andere mobiliteit, natuur, recreatie, wonen, water, bodem, klimaatadaptatie, energie en de samenwerking m.b.t. de planologische procedures.
De provincie Zuid-Holland zal in 2025 de volgende acties ondernemen ter uitvoering van deze Bestuursovereenkomst:
- Opstellen en ter inzage leggen van de Ontwerpherziening van het provinciale Omgevingsbeleid voor de Gnephoek inclusief het bijbehorende milieueffectrapport (MER). Het MER wordt gezamenlijk met de gemeente Alphen aan den Rijn opgesteld. Ook de participatie in het kader van deze herziening wordt zoveel mogelijk samen met de gemeente gedaan;
- Samen met de gemeente Alphen aan den Rijn opstellen van de Uitwerkingsovereenkomst Mobiliteit Gnephoek. De gemeente en de provincie spannen zich maximaal in om te komen tot een ondertekende Uitwerkingsovereenkomst vóór het aanbieden voor de besluitvorming van de herziening van het provinciale Omgevingsbeleid voor de Gnephoek aan Provinciale Staten.