Paragraaf Subsidies

De begrotingssubsidie aan Vereniging Fietsersbond voor een bedrag van € 43.000 (beleidsdoel 2-1)
In 2016 hebben provincie Zuid Holland en de Fietsersbond een samenwerkingsovereenkomst getekend om de reeds bestaande samenwerking een structurele basis te geven. Deze samenwerkingsovereenkomst is na 3 jaar van rechtswege beëindigd. Sindsdien wordt ieder jaar naar de eventuele voortzetting en de invulling van een eventueel te verlenen subsidie gekeken. Daarvoor dient de Fietsersbond voor 1 oktober een aanvraag en activiteitenplan in.
De begrotingssubsidie is gewenst omdat door gebruik te maken van de kennis van de leden van de Fietsersbond met betrekking tot het fietsen en in het bijzonder het fietsnetwerk in Zuid Holland dit bijdraagt aan Vaker en verder fietsen (fietsbeleid). Dekking wordt gevonden onder beleidsdoel 2-1 Duurzame en veilige bereikbaarheid voor iedereen.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 2-1-1 Stimuleren transitie naar duurzaam, veilig en slim personenvervoer. Dit draagt bij aan de toename van het fietsgebruik.
Zuid Holland investeert in fietsinfrastructuur met het doel dat inwoners en bezoekers verder en vaker fietsen. Een toename van het fietsverkeer draagt bij aan bereikbaarheid van de provincie, aan gezondheid van de fietsers en aan leefbaarheid van de omgeving van de infrastructuur. Fietsverkeer produceert geen lawaai of ongezonde stoffen. Kennis van de Fietsersbond helpt bij het bepalen van de meest relevante (infrastructurele) projecten.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument om kennis en inzet die de Fietsersbond heeft, specifiek voor Zuid-Holland te verkrijgen. Er is geen andere vereniging met zoveel leden en kennis over het fietsverkeer. Inhuur van een commercieel bureau dat vergelijkbare informatie beschikbaar maakt, zou vele malen duurder zijn.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 43.000 en deze op te nemen in de begroting.

De begrotingssubsidie aan Zero Emission Services BV t.b.v. pilot elektrificatie laadinfrastructuur Goederenvervoer over water voor een bedrag van € 500.000 (beleidsdoel 2-1)
Het beleid van de provincie is onder andere gericht op het stimuleren van vervoer over water, verduurzaming van transport, reductie van emissies en verbetering van de leefbaarheid.
Zero Emission Services (ZES) B.V. is voornemens om bij de Kramer Group op de Tweede Maasvlakte een laadstation voor batterijcontainers (Docking Station) te realiseren. Het laadstation op de Tweede Maasvlakte maakt onderdeel uit van een nog te ontwikkelen landelijk en uiteindelijk ook internationaal netwerk van laadstations dat emissie loze binnenvaart mogelijk maakt. De containerterminal op de Tweede Maasvlakte ligt op een strategische locatie in het netwerk en is essentieel in deze vroege fase van netwerkontwikkeling.
Het project ZES – Docking Station Kramer Group, Tweede Maasvlakte, draagt bij aan de eerder genoemde beleidsdoelen en ligt in lijn met het reeds eerder genomen GS besluit voor de aanleg van docking station in Alblasserdam met nummer PZH-2021-793690865 DOS-2017- 0001352. Berichtgeving naar Europa: DOS-2022-0007604 Zero Emission Services B V. Dekking wordt gevonden onder beleidsdoel 2-1 Duurzame en veilige bereikbaarheid voor iedereen.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 2-1-3 Duurzaam en efficiënt goederenvervoer . Dit draagt bij aan de verduurzaming van de binnenvaart sector.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Subsidie is gebleken de enige optie te zijn, aangezien het betreffende bedrag geen tegenprestatie vormt voor een geleverde dienst, maar een bijdrage ter stimulering van de verduurzaming van de binnenvaartsector.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 500.000 en deze op te nemen in de begroting.

De begrotingssubsidie aan Jansma Shipyard B.V. t.b.v. ombouw verouderde klasse 1 t/m 4 schepen voor een bedrag van € 300.000 (beleidsdoel 2-1)
Het beleid van de Provincie Zuid-Holland richt zich op een optimale en duurzame bereikbaarheid voor zowel reizigers als goederenvervoer. De binnenvaart is een belangrijke modaliteit voor de bereikbaarheid van veel bedrijven in onze provincie. Het vervoer van goederen dient zo efficiënt en schoon mogelijk plaats te vinden en bij te dragen aan economische ontwikkeling, leefbaarheid en bereikbaarheid. Ook ondersteunen we de maritieme industrie in de Zuid-Hollandse Maritieme Delta. Met ruim 5.000 bedrijven (43% van de maritieme werkgelegenheid) neemt deze karakteristieke Zuid-Hollandse sector een belangrijke plaats in binnen onze provincie. Om deze positie vast te houden en mogelijk te versterken zal de binnenvaart moeten verduurzamen. Het verplaatsen van vrachtvervoer van de weg naar de binnenvaart zorgt voor betere doorstroming en minder uitstoot. Dit innovatieve pilotproject van de Werf Jansma (Rotterdam), waar 4 verouderde klasse 1 t/m 4 schepen worden omgebouwd naar moderne duwbakken die na oplevering in combinatie met een elektrische duwboot in de vaart zullen worden genomen, draagt bij aan een gefaseerde en haalbare verduurzaming van de binnenvaart. De pilot draagt niet alleen bij aan een versnelling van het gebruik schone schepen, maar heeft ook een aantrekkende werking van andere partijen die ook gebruik gaan maken van dit systeem en daarmee de vaarwegen in Zuid-Holland. De Pilot draagt ook bij aan de door de provincie gewenste circulariteit, werkgelegenheid en innovatie in de maritieme sector. Dekking wordt gevonden onder beleidsdoel 2-1 Duurzame en veilige bereikbaarheid voor iedereen. De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 2-1-3 Duurzaam en efficiënt goederenvervoer. Door de ombouw van 4 verouderde schepen naar duwbakken die in de vaart worden gecombineerd met een  E pusher 1(duwboot) van Kotug kan er emissie loos worden gevaren en levert een reductie van de uitstoot op. Als de pilot slaagt kan er worden opgeschaald en kunnen er snel meer verouderde kleine schepen worden omgebouwd naar duwbak (elektrische) duwboot combinaties waardoor er een grote emissiereductie wordt bereikt. Omdat de duwbak duwboot combinaties efficiënter kunnen worden ingezet dan de reguliere binnenvaartschepen (oa in stedelijk gebied) kunnen er ook meer verladers gebruik van gaan maken waardoor er minder wegkilometers worden gemaakt en dus emissies worden gereduceerd. Door de ombouw van verouderde kleine schepen naar moderne duwbakken is er sprake van hergebruik van schaarse grondstoffen.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op maximaal
 € 300.000 en deze op te nemen in de begroting.

De begrotingssubsidie aan TNO t.b.v. het project Connected Automated Transport voor een bedrag van € 20.000 (beleidsdoel 2-1)
Binnen het onderzoeksbudget Efficient en duurzaam goederenvervoer is er ruimte om bij te dragen aan het project Connected Automated Transport (CAT) voor zwaar wegvervoer zal naar verwachting een aanzienlijke bijdrage leveren aan voordelen op zakelijk, milieu- en maatschappelijk vlak. Volgens de auto-industrie zijn werven het meest interessante toepassingsgebied voor de korte termijn met goede perspectieven op haalbare business cases. Voor logistieke bedrijven die CAT op scheepswerven implementeren, bieden potentieel voor het verbeteren van de efficiëntie, veiligheid en duurzaamheid. Onder betrokken stakeholders o.a. uit de logistiek, automotive en overheden is er een sterke behoefte om de volgende stap in de richting van de implementatie van CAT te zetten door het voorbereiden en het uitvoeren van uitgebreidere experimenten in de echte wereld die niet alleen de technische functionaliteit van geautomatiseerde voertuigen, (digitale) infrastructuur en besturingssystemen, maar ook integratie in de logistiekketen, impact op bedrijven en gevolgen voor mensen laat zien. Dekking wordt gevonden in beleidsdoel 2-1 Duurzame en veilige bereikbaarheid voor iedereen.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 2-1-3 Duurzaam en efficiënt goederenvervoer. Dit draagt bij aan huidige Provinciale goederenvervoerbeleid:

• Digitale logistiek
• Digitale economie
• Optimalisering goederenvervoerstromen
• Havenindustrieel Complex

Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Subsidie is gebleken de enige optie te zijn, aangezien het betreffende bedrag geen tegenprestatie vormt voor een geleverde dienst, maar een bijdrage ter stimulering.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 20.000 en deze op te nemen in de begroting.

Voor 1.6.117 Subsidieregeling mobiliteit Zuid-Holland een hoofdsubsidieplafond voor de paragrafen 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4, 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4 en 2.4.2 voor een bedrag van € 12.479.929 (beleidsdoel 2-1 en 2-3)
Deze subsidieregeling heeft tot doel het stimuleren van activiteiten op het gebied van gedragsbeïnvloeding Verkeersveiligheid, de toegankelijkheid en ketenmobiliteit in het openbaar vervoer, innovatie in mobiliteit en de Korte Termijnaanpak binnen het gebiedsgerichte Bereikbaarheidsprogramma Mobiliteit en Verstedelijking (MoVe). De regeling is in 2022 integraal herzien en in juli 2024 geactualiseerd. Met de integrale herziening is de SRM vereenvoudigd en meer in overeenstemming gebracht met de regels van de Algemene wet bestuursrecht en is een regeling opgenomen voor subsidie van ketenmobiliteit om de transitie in openbaar vervoer te versterken. Voorgesteld wordt om voor de paragrafen 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4, 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4 en 2.4.2 een hoofdsubsidieplafond op te nemen voor een bedrag van € 12.479.929. Dekking vindt plaats binnen de ambitie Bereikbaar Zuid-Holland. Voor gedragsbeïnvloeding Verkeersveiligheid wordt in 2025 een meerjarige subsidie verstrekt. Voor de Korte Termijnaanpak (MoVe) kunnen geen subsidies meer worden aangevraagd. En in verband met actualisatie van de opdracht voor Schone mobiliteit kunnen voor 2025 nog geen nieuwe subsidies worden aangevraagd. Deze deelplafonds 2025 zijn derhalve € 0.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 2-1-1 Stimuleren transitie naar duurzaam veilig en slim personenvervoer en beleidsprestatie 2-1-2 Adequaat en duurzaam aanbod openbaar vervoer en beleidsprestatie 2-1-4 Voorbereiding (provinciale) infrastructuurprojecten en bijdragen aan projecten van anderen. Dit draagt bij aan best bereikbare provincie door (paragraafnummer SRM): (2.2.2) Gedragsbeïnvloeding Verkeersveiligheid - via educatie, voorlichting, campagnes en activiteiten en instandhouding van Regionale projectgroepen Verkeersveiligheid. (2.2.3) Duurzamer Energieopwekking, -opslag, -besparing voor grootschalige toepassingen in infra en goedkoper toepassen van duurzame technieken in infra als bijdragen aan transitie naar een CO2 arme samenleving. (2.2.4) Verbeterde bereikbaarheid in de regio Rotterdam-Den Haag, met bijdrage aan de economische ontwikkeling en leefbaarheid, zoals opgenomen in de Korte Termijn Aanpak van het gebiedsprogramma Mobiliteit en Verstedelijking. (2.3.1) Verbeterde toegankelijkheid van OV-bushaltes. (2.3.2) Aantrekkelijker en efficiënter vervoer van en naar een OV-halte, te bereiken door deelmobiliteit en ontwikkeling van hubs en knooppunten. (2.3.4 en 2.4.2) In stand gehouden verduurzaamde Zuid-Hollandse veren voor het overzetten van forensen en scholieren en recreanten als bijdragen aan bereikbaarheid en leefbaarheid.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrumenten. De te subsidiëren maatregelen betreffen kleinschalige maatregelen en activiteiten door gemeenten, vervoerders, wegbeheerders, ondernemers, die op korte termijn worden uitgevoerd, en snel resultaat leveren. Het betreffen maatregelen die aanvullend zijn op de uitvoering door en in beheer van de provincie. De maatregelen sluiten aan bij andere provinciale activiteiten, zoals de grotere infrastructuurprojecten, de concessies openbaar vervoer en de samenwerking in gebiedsprogramma’s met het Rijk en decentrale overheden.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om voor de paragrafen 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4, 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4 en 2.4.2 de hoofdsubsidieplafond vast te stellen op € 12.479.929 en deze op te nemen in de begroting.