Indexatie
In de Financiële verordening 2021 is in artikel 4.44 de wijze van indexatie opgenomen. De praktische uitwerking daarvan is vastgelegd in de Uitvoeringsnota indexatiebeleid, die GS hebben vastgesteld en die ter kennisname met PS is gedeeld. In de onderstaande tabel staan de te hanteren indexen met bron of berekeningswijze genoemd.
Indexen kunnen voorspellend zijn of op basis van definitieve cijfers. Het CPB maakt ramingen van indexcijfers naar de toekomst (prospectief). Daarentegen publiceert het CBS indexcijfers op basis van definitieve cijfers (realisatie, retrospectief). Een voorbeeld van een retrospectief index is de GWW. Voor een retrospectieve index moet dus een inschatting worden gemaakt van de ontwikkeling in de toekomst.
Welke indexen waarvoor en welke bron | Bron | |
---|---|---|
Landelijke Bijdrage-Index (LBI) Prognose percentage voor T+1 wordt ook gebruikt voor de resterende jaren. | Openbaar vervoer | DOVA |
42/43: Grond-, weg- en waterbouw (GWW) Voorbeeld: voor de Begroting 2025 wordt het gemiddelde berekent over het verschil tussen januari 2024 en januari 2021. Prognose percentage voor T+1 wordt ook gebruikt voor de resterende jaren.* | Exploitatie Investeringen | CBS retrospectief |
Prijs overheidsconsumptie: beloning werknemers (PO:bw) | Loonontwikkeling formatie incl. pensioenpremies | CPB |
Nationale consumentenprijsindex (CPI) | Opcenten motorrijtuigenbelasting (baten) | CPB |
Gewogen index van 1/3 (CPI) en 2/3 (PO:bw) | Subsidies | CPB |
Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc) | Resterende budgetten incl. ICT | CPB |
CPB-raming: voor de indexen waarbij de CPB-raming wordt gebruikt is via deze link het bestand te vinden, waarbij het percentage voor het 4de jaar ook wordt gebruikt voor het 5de jaar. |
Welke indexen voor welke onderwerpen en wat wordt er niet geïndexeerd
Exploitatie
Om te bepalen welk bedrag nodig is op de stelpost wordt de volgende indeling gehanteerd;
Niet indexeren:
- De kapitaallasten, (inzet van) bestemmingsreserves, overlopende passiva en voorzieningen
- Lasten die gedekt worden uit een specifieke bijdrage van een derde, denk aan een rijksbijdrage (SPUK)
Te indexeren:
- De resterende lasten met hun specifieke indexen
Investeringen
- In afwachting van het investeringsbeleid worden nu alleen de kredieten voor de periode T tot en met T+5 geïndexeerd voor dat deel van het krediet waar nog onderhanden werk voor moet worden uitgevoerd.
Te hanteren indexen voor de Begroting 2025
Indexen | Bron | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Exploitatie | |||||||
Openbaar vervoer | Landelijke Bijdrage-Index (LBI) | DOVA | 4,0% | 4,0% | 4,0% | 4,0% | 4,0% |
Beheer & Onderhoud | Grond-, weg- en waterbouw (GWW)* | CBS april 2024 | 8,5% | 4,9% | 4,9% | 4,9% | 4,9% |
Loonontwikkeling | Prijs overheidsconsumptie: beloning werknemers | CPB maart 2024 | 4,4% | 3,4% | 4,3% | 3,9% | 3,9% |
Resterende budgetten | Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc) | CPB maart 2024 | 2,2% | 2,2% | 2,2% | 2,2% | 2,2% |
Mrb en leges | Nationale consumentenprijsindex (cpi) | CPB maart 2024 | 2,8% | 2,4% | 2,3% | 2,3% | 2,3% |
Subsidie-index | 2/3 Loonontwikkeling en 1/3 imoc | CPB maart 2024 | 3,7% | 3,0% | 3,6% | 3,3% | 3,3% |
Investeringen | |||||||
Alle | Grond-, weg- en waterbouw (GWW)* | CBS | 8,5% | 4,9% | 4,9% | 4,9% | 4,9% |
* In de Uitvoeringsnotitie indexatiebeleid is opgenomen dat de index voor het jaar T+1 (2025), ook wordt gehanteerd voor de jaren daarna. In de Kadernota 2025 is voorgesteld om daarvan af te wijken, en voor de jaren 2026 en verder het indexatiepercentage vanuit de Begroting 2024 vast te houden. De verklaring hiervoor is dat in het 3-jarig gemiddelde de extreme prijsstijgingen van de achterliggende twee jaren (door corona en de oorlog in Oekraïne) onevenredig zwaar meetellen. De laatste indexcijfers laten zien dat de stijging afvlakt.