Begrotingssaldo en Algemene vrije reserve
Het begrotingssaldo is het saldo van baten en lasten ná verrekening met de bestemmingsreserves. Indien het
begrotingssaldo in een jaar positief is, dan wordt dit gestort in de algemene vrije reserve. Indien het begrotingssaldo in een jaar negatief is, dan wordt dit onttrokken aan de Algemene vrije reserve. Om die reden wordt in dit onderdeel van de Begroting inzicht gegeven in de meerjarige ontwikkeling van het begrotingssaldo en het verloop van de omvang van de algemene vrije reserve.
V erschil structurele baten en lasten en structureel begrotingssaldo
Uitgangspunt vanuit de wetgeving is dat al onze taken als provincie structureel van aard zijn. Alle baten en lasten die we voor deze taken begroten worden daarom gezien als structureel. Dit betekent niet dat de bedragen die we voor deze taken begroten niet over de jaren kunnen verschillen in omvang of helemaal stoppen. Dit is afhankelijk van beleid en uitvoering. De raming van baten en lasten per ambitie laat het verloop over de jaren in alle (incidentele en structurele) baten en lasten zien.
Zoals hiervoor toegelicht worden voor de bepaling van het structurele begrotingssaldo de incidentele baten en lasten, waaronder alle reserve mutaties, uitgesloten. Hogere incidentele lasten en/of lagere incidentele baten in het totaal van baten en lasten zorgen per saldo voor een verbetering van het structureel begrotingssaldo en andersom. Het structureel begrotingssaldo is dan het verschil tussen de structurele baten en lasten.
Om baten of lasten als incidenteel te mogen zien moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan en een toelichting worden gegeven waarom een post incidenteel is. In de financiële begroting is een overzicht en toelichting op de incidentele baten en lasten opgenomen. De belangrijkste incidentele lasten zijn de uitgaven aan het Natuur Netwerk Nederland (NNN), project mainport Rotterdam (PMR) en de bijdragen aan de Warmtelinq. De belangrijkste incidentele baten hebben betrekking op NNN en PMR.
Bovenstaande betekent ook dat het in de loop van de komende jaren afnemen van de lasten voor bijvoorbeeld ambitie 5 niet automatisch betekent dat er een bezuiniging op ambitie 5 plaats zal vinden. Tegenover de afname in (incidentele) lasten staat immers ook een afname in (incidentele) baten. Zowel voor de lasten als baten is dat in dit voorbeeld vooral gerelateerd aan het uitvoeren en tot afronding komen van NNN.
Begrotingssaldo
Bij de kadernota 2025 was het totaal begrotingssaldo positief. Daarbij is aangegeven dat een aantal structurele posten naar verwachting nog verwerkt zouden worden bij begroting 2025 waardoor het reëlere begrotingssaldo negatiever zou uitpakken. Het betrof hier met name het verwerken van aanvullende stelposten omgevingsdiensten, het continueren van bestaand beleid, arbeidscapaciteit en overige beleidswensen op basis van structureel beleid. In het overzicht van begrotingsmutaties is de verwerking van het grootste deel van de bij kadernota verwachtte posten opgenomen. Daarnaast zijn er nog diverse andere mutaties doorgevoerd waarbij de belangrijkste wijzigingen in het begrotingssaldo (en structureel begrotingssaldo) ten opzichte van de verwachting ten tijde van de kadernota 2025-2028 worden veroorzaakt door de indexatie van motorrijtuigenbelasting (verhoging baten) en de verwerking van stelposten loon- en prijscompensatie (verhoging lasten). Het begrotingssaldo 2025 is na de Najaarsnota 2024 € 31,1 mln nadelig. Door de mutaties in de begroting 2025 is dit gewijzigd naar € 57,5 mln nadelig. De totale mutatie van € 26,2 mln is als volgt samen te vatten:
(bedragen x € 1 mln) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Begrotingssaldo Najaarsnota 2024 | -26,4 | 22,4 | 35,8 | 44,4 |
Incidentele inzet (€ 150 mln) | -1,1 | - | - | -0,9 |
Structurele dekking 4 W's | -22,4 | -22,4 | -22,4 | -22,4 |
Extra inzet / claims | -6,5 | -4,9 | -4,1 | -1,7 |
Doorschuiven van middelen tussen jaren | 1,8 | -2,5 | 0,2 | -0,1 |
Herrekening kapitaallasten | 2,0 | 4,4 | 7,4 | 6,6 |
Aanvullen arbeidscapaciteit | - | -10,0 | -15,0 | -15,0 |
Ontwikkelingen MRB | 1,2 | 1,3 | 2,6 | 5,5 |
Loon en prijscompensatie | -6,1 | -5,0 | -11,1 | -17,2 |
Totale mutatie begrotingssaldo | -31,1 | -39,1 | -42,5 | -45,1 |
Begrotingssaldo na Begroting 2025 | -57,5 | -16,7 | -6,7 | -0,7 |
Structureel begrotingssaldo
In bovenstaande grafiek worden de standen van het begrotingssaldo weergegeven. De blauwe lijn geeft het totale begrotingssaldo (incidenteel en structureel samen) weer.
Om te bepalen of er sprake is van een reëel en structureel begrotingsevenwicht moet er gekeken worden naar het structureel begrotingssaldo. De grijze lijn geeft het structurele begrotingssaldo weer. Voor de bepaling van het structurele begrotingssaldo worden de incidentele baten en lasten, waaronder alle reserve mutaties, uitgesloten. Het structurele begrotingssaldo laat daarmee zien of er in een jaar meer of minder structurele lasten zijn ten opzichte van de structurele baten.
Door de voorgestelde mutaties op met name structurele lasten bij Najaarsnota 2024 en Begroting 2025 blijft ook het structurele begrotingssaldo over de gehele looptijd negatief. Conform coalitieakkoord zal ervoor gezorgd worden dat het structureel begrotingssaldo vanaf het jaar 2026 weer positief zal zijn. Richting begroting 2026 is hiervoor een traject gestart.
Gecorrigeerd structureel begrotingssaldo
Door het reëel ramen en plannen van de onderhoudswerkzaamheden binnen Ambitie 2 (structurele lasten) ontstaat een grillig beeld in het structurele begrotingssaldo (de grijze lijn). Dit grillige beeld is niet terug te zien in het totale begrotingssaldo (blauwe lijn). Dit komt omdat in het totale begrotingssaldo de dekking voor deze structurele onderhoudswerkzaamheden uit de (incidentele) inzet van egalisatiereserves komt.
In het coalitieakkoord is opgenomen dat de gesloten systemen worden afgeschaft. Daarbij moet er een werkwijze ontwikkeld worden die voldoende financiële waarborging van beheer, onderhoud en vervanging geeft. Een mogelijke oplossing daarvoor is het instellen van een voorziening voor groot onderhoud. Het storten en onttrekken aan een onderhoudsvoorziening wordt als structureel gezien binnen de financiële wetgeving (BBV) Het grillige beeld zal dan meer worden afgevlakt. Vooruitlopend op de mogelijke instelling van een onderhoudsvoorziening hebben we het structurele begrotingssaldo daarmee gecorrigeerd. Dit is de groene lijn in de grafiek hierboven.
Een voorbeeld van de invloed van groot onderhoud op het structureel begrotingssaldo is het dal dat in 2038 te zien is in de grijze lijn. Dit betreft het groot onderhoud voor de tunnel in de RijnlandRoute. Om dit onderhoud te kunnen betalen wordt er elk jaar een bedrag gereserveerd in de egalisatiereserve. In de groene lijn is het dal door groot onderhoud niet te zien omdat de dekking komt uit de onderhoudsvoorziening in plaats van de egalisatiereserve.
In overeenstemming met het huidig beleid wordt het tekort op het begrotingssaldo onttrokken aan de Algemene vrije reserve.
Evenals vorig jaar geldt ook bij het opstellen van deze Kadernota dat er sprake is van onzekerheden, zowel aan de lastenkant (inflatie en rente) als aan de batenkant (provinciefonds en opcenten motorrijtuigenbelasting). Deze onzekerheden worden verder geduid in het hoofdstuk 'onzekerheden met mogelijke impact op het begrotingssaldo '.
Nuancering bij het (structureel) begrotingssaldo
Bovenstaande begrotingssaldo’s worden beïnvloed door de geraamde structurele baten en lasten. Er zijn echter een aantal baten die onzeker zijn (en daarom nog niet begroot) maar naar het inzicht van de provincie wel meegerekend dienen te worden bij de beoordeling van het (structurele) begrotingssaldo. Het betreft dan met name het herstellen van de weeffout in de uitkering van het provinciefonds en de compensatie voor elektrische voertuigen waar het gaat om de opcenten op de motorrijtuigenbelasting.
Daarnaast zien we aan de lastenkant dat er voor enkele miljoenen structureel arbeidscapaciteit is opgenomen voor door het Rijk incidenteel gefinancierde taken. Ook dit geeft een vertekenend beeld van het (structureel) begrotingssaldo. Mogelijk zal het inzicht op deze baten en lasten bij de begroting 2026 helderder zijn.
Verloop Algemene vrije reserve
De Algemene (vrije) reserve per eind 2024 bedraagt na verrekening van het positieve begrotingssaldo (2024) € 269,7 mln. Na verrekening van het negatieve begrotingssaldo uit de Begroting 2025 bedraagt de Algemene (vrije) reserve € 212,2 mln. De nog in te zetten incidentele middelen uit het coalitieakkoord van € 24 mln maken onderdeel uit van deze algemene vrije reserve.